Klokhuis Wetenschapsprijs
En de winnaar is...
MeerEn de winnaar is...
Het onderzoek 'Papa kan niet lopen, maar wel huppelen' is de winnaar van de zevende Klokhuis Wetenschapsprijs. Het winnende project is van Anouk Tosserams, arts-promovenda Revalidatie & Neurologie aan het Radboudumc, en Dr. Jorik Nonnekes, revalidatiearts aan het Radboudumc. De winnaar werd bekend gemaakt door Klokhuispresentator Nizar tijdens het International Science Film Festival in Nijmegen.
Uit de ruim 80 inzendingen werd een shortlist van 10 nominaties gemaakt. En kinderen van 9 tot 12 jaar konden stemmen op hun favoriete onderzoek. In totaal hebben meer dan 11.000 kinderen een stem uitgebracht.
Papa kan niet lopen, maar wel huppelen
Mensen met Parkinson kunnen minder goed bewegen. Door bepaalde 'trucjes', zoals huppelen, met een bal stuiteren of te lopen als een cowboy, lukt dit vaak beter. In het onderzoek van Anouk Tosserams en Dr. Jorik Nonnekes is onderzocht waarom deze trucjes zo goed werken, en wat er dan precies gebeurt in de hersenen.
Fotograaf: Jesse Wensing
Lees alles over de onderzoekers
De genomineerden
Wat maakt ons bang?
Iedereen is weleens bang, maar sommige kinderen zijn zó bang dat ze niet meer naar school durven. Als kinderen zo bang zijn dat het hun dagelijks leven beïnvloedt, noemen we dat ook wel een “angststoornis”. Wij onderzoek waarom sommige kinderen een angststoornis krijgen en sommigen niet.
Kinderen die als peuter al erg verlegen of teruggetrokken waren, krijgen vaker een angststoornis. Maar, dat geldt natuurlijk niet voor alle verlegen peuters! Wij kijken welke andere dingen ervoor zorgen dat verlegen peuters een angststoornis gaan krijgen. We kijken bijvoorbeeld of het uitmaakt hoe je met je leeftijdsgenoten omgaat en hoe je hersenen werken.
Erasmus Universiteit Rotterdam & Erasmus Medisch Centrum. Dr. Anita Harrewijn, Universitair docent Klinische psychologie
MIS-C na corona bij kinderen: kun je té hard vechten tegen een infectie?
Als een ziekteverwekker je lichaam binnendringt, ruimen afweercellen het meestal snel op. In zeldzame gevallen vechten deze cellen eigenlijk té hard. Dit gebeurt bij MIS-C, een nieuwe ziekte die sommige kinderen krijgen nadat ze corona hebben gehad. Deze kinderen krijgen koorts en soms rode ogen, kapotte lippen, vlekjes over hun lichaam of rode handen en voeten. Gek genoeg lijkt MIS-C heel erg op een ziekte die we al wel langer kennen: de ziekte van Kawasaki. Om de ziektes beter te snappen, zijn we beide ziektes gaan onderzoeken. Waarom krijgen kinderen dit en wat gebeurt er als je het hebt?
Amsterdam UMC, locatie AMC. Hoofdonderzoeker: Prof. Taco W. Kuijpers Kinderarts (immunologie, reumatologie en infectieziekten). Uitvoerend onderzoeker: Drs. Stejara A. Netea, Arts-onderzoeker afdeling kinderimmunologie, reumatologie en infectieziekten. Kindercardioloog betrokken bij de studie: Dr. Irene M. Kuipers Kinderarts (kindercardiologie).
BUDDI: een onderzoek naar bumetanide, een nieuw medicijn voor kinderen met problemen zoals autisme, ADHD of leerproblemen.
Één op de 5 kinderen krijgt tegenwoordig een label zoals autisme, ADHD of dyslexie. Veel van deze kinderen zijn snel moe zijn of kunnen zich niet goed concentreren als er veel prikkels zijn. We wisten lang niet waarom dat zo was. Nu weten we dat dit soms gebeurt doordat de hersenen prikkels niet goed kunnen doorgeven of niet goed kunnen remmen. We hebben ontdekt dat het medicijn bumetanide kan helpen door de hersenen prikkels beter te laten remmen. Om uit te zoeken voor wie dit medicijn helpt, gebruiken we hersenfilmpjes, vragenlijsten en computertaken.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door N=You, het expertisecentrum voor precisiegeneeskunde voor neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. N=You is onderdeel van Divisie Vrouw-Kind van het Amsterdam UMC / Emma Kinderziekenhuis.
Uitvoerend onderzoeker: Lisa Geertjens, promovenda BUDDI studie bij N=You (Amsterdam UMC, Emma kinderziekenhuis).
Hoe weet een zaadje of het wel of niet moet kiemen?
Hoewel zaden ontzettend belangrijk zijn voor het kweken van onze groentes, weten we niet hoe een zaadje besluit om te kiemen. Om de kieming aan of uit te zetten, heeft de plant speciale schakelaars. Door te onderzoeken hoe deze schakelaars werken, kunnen we achterhalen wanneer en hoe het zaadje precies besluit om te kiemen. Zo kunnen we zaden produceren die ook in slechte omstandigheden zullen kiemen, bijvoorbeeld bij droogte of hitte. Dat is heel belangrijk omdat er door de klimaatverandering steeds langere periodes met droogte of juist extreme regen komen.
Wageningen University, Leónie Bentsink, Persoonlijk Hoogleraar, Plantenfysiologie. Uitvoerend onderzoeker: Annika Liefferink, promovenda bij Plantenfysiologie
Alle Scholen Verzamelen: Wij vinden!
Omgaan met anderen is belangrijk om je goed te voelen. Wat is daar eigenlijk voor nodig om je heen? Dit bepalen volwassenen meestal maar jullie weten dit zelf natuurlijk het beste. Komt dit eigenlijk wel overeen? Om dit uit te zoeken waren kinderen uit groep 6, 7 en 8 voor een dag zelf onderzoeker. Ze interviewden volwassenen uit hun sociale omgeving, bijvoorbeeld een moeder, meester of burgemeester. Zo onderzochten de kinderen of wat zij nodig hebben, ook door de volwassenen belangrijk werd gevonden. Onderzoekers gaan nu uitzoeken hoe dat er in heel Nederland uitziet, en of het samenhangt met waar je woont.
Erasmus Universiteit Rotterdam & Universiteit Leiden. Yara Toenders, postdoctorale onderzoeker, neurowetenschappen/ontwikkelingspsychologie. Karlijn Hermans, open science coordinator. Eveline Crone, professor developmental neuroscience in society.
Inslikken van batterijen.
Gebruik jij ook regelmatig batterijen in je fietslicht of in speelgoed? Maar wist je ook dat batterijen heel gevaarlijk en zelfs dodelijk kunnen zijn wanneer je ze per ongeluk inslikt? Dat kunnen we goed laten zien door middel van een worstje en een platte batterij. Als je de batterij in het worstje stopt, kun je zien dat het na een tijdje gaat roken en dat er uiteindelijk zelfs een gat ontstaat. Dit kan ook in je lichaam gebeuren. Daarom onderzoeken wij welke batterijen veel ongelukken geven om speelgoed en andere apparaten veiliger te maken.
Amsterdam UMC: PI Dr. Angelika Kindermann, kinderarts-MDL. Onderzoeker: Hilde Krom, arts-onderzoeker kinder-MDL.
Je ogen laten zien hoe moeilijk het is om te horen.
Als je gehoorverlies hebt, hoor je slechter. Gehoorproblemen kunnen ook komen door rumoer, bijvoorbeeld als kinderen door de leraar heen praten. Je kunt testen hoe goed je je leraar nog verstaat, maar je moet daarbij ook meten hoeveel moeite dit kost. Hiervoor kun je de pupilgrootte meten van de ogen. Je ogen laten dus zien hoe moeilijk het luisteren is! Ook het hart reageert op inspanning. We zoeken uit hoe dit zit door te meten hoe snel en regelmatig het hart klopt tijdens luisterinspanning. Hiervoor dragen proefpersonen twee dagen plakkers op hun huid en beantwoorden ze vragen met een app.
Amsterdam UMC, locatie VUmc: Adriana Zekveld, senior wetenschappelijk onderzoeker (psycholoog), onderzoeksgebied: audiologie.
Papa kan niet lopen, maar wel huppelen.
Papa heeft parkinson. Dat is een vervelende hersenziekte waardoor hij minder goed kan bewegen. Papa kan niet goed lopen, maar wel heel goed huppelen! Gek hè? Mensen met parkinson ontdekken vaak dit soort ‘trucjes’ om toch vooruit te kunnen komen: huppelen, met een bal stuiteren, of lopen als een cowboy bijvoorbeeld. In ons onderzoek onderzochten we waarom deze trucjes zo goed werken en wat er dan precies gebeurt in de hersenen.
Radboudumc: Anouk Tosserams, arts-promovenda, Revalidatie & Neurologie. dr. Jorik Nonnekes, revalidatiearts, Radboudumc)
Als je zelf mag kiezen, is groente eten dan lekkerder?
Wat maakt dat het ene kind alles lust en het andere kind niet? Dat hebben wij onderzocht. We hebben 161 kinderen in twee groepen verdeeld. Alle kinderen kregen 3 omgekeerde bekertjes, in elk bekertje lag een stukje groente. De kinderen van de groep ‘zelf-kiezen’ mochten zelf een bekertje kiezen, zonder te zien wat erin lag. De kinderen van de groep ‘niet-kiezen’ kregen een beker van de proefleider. Omdat we in elk bekertje een stukje knolselderij gedaan hadden, kreeg iedereen hetzelfde. Maar kinderen uit de ‘zelf-kiezen’ groep stopten vaker de knolselderij in hun mond. Zelf mogen kiezen maakt eten dus lekkerder!
Universiteit Maastricht: Rosalie Mourmans, PhD kandidaat, Cognitieve psychologie van eten.
Heb je een Stoma? Dan verdien je een Sto-Makker!
Een stoma krijgen is heel ingrijpend, zeker voor kinderen!. Daarom hebben wij de app ‘StoMakker’ ontwikkeld. Deze app biedt begrijpelijke informatie, quizzen en games die passen bij de leeftijd en belevingswereld van een kind.
Wat ook heel leuk is, is dat kinderen via de app ervaringsverhalen kunnen zien en beluisteren van lotgenootjes, en ook ‘maatjes’ kunnen vinden. Dat zijn andere kinderen met een stoma, die waarmee ze als ze dat willen, via een goed beveiligde ‘chatfunctie’ via de app kunnen chatten. Natuurlijk hoort bij de lancering van zo’n mooie app, een geregistreerd medisch hulpmiddel, ook goed onderzoek naar wat kinderen daar nu echt aan hebben. En wat er misschien nog beter kan!
Tarik Lachkar en Sebastiaan van der Storm -beide promovendi in de onderzoeksgroep Digital Health van Prof Marlies Schijven; gaan samen met collega’s uit andere ziekenhuizen zoals het Maastricht UMC+ en het UMC Utrecht onderzoeken of de app kinderen meer kennis, een betere kwaliteit van leven en daarmee ook meer zelfvertrouwen geeft. Bij positieve resultaten hopen ze de app snel ook buiten onderzoeks verband beschikbaar te kunnen stellen -voor álle kinderen met een stoma!